In het venster UserForm kunt u de volgende toetscombinaties gebruiken:
| Toets | Functie |
|---|---|
| SHIFT+CTRL +ALPHA | Een eigenschap selecteren in de eigenschappenlijst van het venster Eigenschappen. |
| ALPHA | In het venster Eigenschappen een waarde invoeren voor de geselecteerde eigenschap. |
| F7 | Het venster Programmacode openen voor het geselecteerde object. |
| DEL of DELETE | De geselecteerde besturingselementen verwijderen zonder ze op het Klembord te plaatsen. |
| CTRL+Z | Het verwijderen van besturingselementen ongedaan maken. |
| TAB | De besturingselementen in tabvolgorde bekijken. |
| SHIFT+TAB | De besturingselementen in omgekeerde tabvolgorde bekijken. |
| CTRL+KLIK | Een besturingselement aan de selectie toevoegen of uit de selectie verwijderen. |
| KLIK+SLEPEN | Meer besturingselementen selecteren. |
| SHIFT+KLIK | Meer besturingselementen selecteren. |
| CTRL+KLIK+SLEEP | Besturingselementen aan de selectie toevoegen of uit de selectie verwijderen. |
| F6 | Het venster Eigenschappen weergeven (alleen in ontwerpfase). |
| SHIFT+F10 | Sneltoets weergeven. |
| CTRL+J | Op de voorgrond plaatsen (alleen van invloed op overlappende besturingselementen in de ontwerpmodus). |
| CTRL+K | Op de achtergrond plaatsen (alleen van invloed op overlappende besturingselementen in de ontwerpmodus). |
Klik in het formulier om de selectie van alle geselecteerde besturingselementen op te heffen. Als u besturingselementen in een container wilt selecteren, heft u eerst de selectie van de container op. Vervolgens gebruikt u de methode CTRL+KLIK+SLEEP rond de gewenste besturingselementen.